Theater de Winter
In de puberteit ontstond Johns fascinatie voor poppenspel. Hij was verlegen en introvert en voelde zich veilig achter zwarte lappen buiten het zicht van een publiek. Na de middelbare school volgde hij o.a. een opleiding in de voormalige DDR. In Nederland was er nog geen opleiding tot poppenspeler. Het verfijnd manipuleren van poppen leerde hij ook vóór de camera in tv programma's als Koekeloere en Ik ben Benjamin Ben. Daarnaast begon de poppenspeler met het inspreken van tekenfilms waaronder in Winnie de Poeh als 'Knorretje'.
In zijn theaterwerk is stemgebruik belangrijk. Hiermee geeft hij ieder karakter een eigen kleur en identiteit. Inmiddels zijn zijn producties een mengvorm van poppenspel, acteren en vertellen. Een balans tussen beeldtaal en gesproken woord staat voorop. Vaak kiest hij als vertrekpunt een bestaand verhaal met een stevige rode draad. Dit werpt zijn vruchten af qua dramaturgie en ritme in de voorstellingen. Humor is een belangrijke katalysator in het geheel. Er wordt altijd samengewerkt met een regisseur, vormgever en een componist.
Ook de poppenkast is hij trouw gebleven. Iedere zomer speelt hij voor het winkelend publiek in het centrum van Rotterdam. Voor veel kinderen is dit een eerste kennismaking met theater, en hierbij is er ruimte voor interactie. In zijn zaalproducties gelooft de theatermaker meer in primaire reacties vanuit de kinderen zonder het ja en nee oproepen.
Als regisseur begeleidt John de laatste jaren steeds meer jonge (poppen)spelers in hun ontwikkeling. Afgelopen decennia werden er onder Theater de Winter zo'n twintig producties gemaakt en meer dan tweeduizend voorstellingen gespeeld door Nederland en Vlaanderen.