Popje
Een kriegel kriebel kaartje in mijn truitje
wiebelt op mijn vel
trekke trekke knoopje knalt
weg! klaar!
Twee mensen zitten aan een lege tafel. Eén begint iets te maken: een kop met twee poten.
‘Wat is dat?’ bemoeit de ander zich ermee.
‘Een mensenpopje.’
‘Zonder lijf? Geen adem, geen hart.’
Het popje krijgt een lijf met buik en billen. Met ogen kan het popje zien. Is het niet handiger om één oog aan de voorkant en één oog aan de achterkant te hebben? Tenslotte krijgt het een mond, een stem en … een eigen wil. Het popje wordt kind. De makers van het popje zijn het niet altijd met elkaar eens. Wat hoort en wat is vrije keus? Wil het popje net zo zijn als zijn makers? Of juist niet?
‘Optillen? Ik wil zelf lopen!’
Maar zonder zijn bespelers kan het popje niet tot leven komen en dat wil popje wèl.
‘We gaan je aankleden.’ ‘Ik vind mijn blootje ook mooi,’ protesteert popje.
Popje is een slapstickachtige voorstelling met een pop in de hoofdrol. Muziek met herkenbare geluiden, gekke versjes en beeldende humor geven ruimte aan verwondering en plezier over wat het eigen lijf allemaal kan. Wat voelt fijn en wat niet?